Historie van de Pauwmolen

De aanleiding van dit stukje is het nieuw te bouwen woningencomplex op de hoek van de Jan den Oudenweg en de Delfgauwseweg. Op dit gebied en in de omgeving hebben in het verleden drie molens gestaan waaronder de Pauwmolen, een van de laatste was. In 2000 is de laatste gesloopt.

Op de kaart van Kruikius (1712) welke hangt in de hal van het stadhuis op de markt, zijn de 3 molens aangegeven als zijnde witmolens. Het water langs de molens werd in die tijd de Kromme Wetering genoemd, tegenwoordig Pijnackersevaart (figuur1). De molens moesten in het verleden met een boot bereikbaar zijn.

De oudste vermelding van de Pauwmolen dateert uit 1653 en betreft een ander molentype dan de laatst bekende stenen torenmolen. Volgens Wim Weve (archivaris stedenbouw van de gemeente Delft) heeft er op die plek een houten wipmolen met stelling gestaan, zo rond halverwege de 19e eeuw werd de stenen molen gebouwd.

Loodwit
De Delftse plateelbakkers hadden om kwaliteit te leveren lood en tin glazuur nodig om glans te geven aan hun aardewerk. In de bijgebouwen van de molens vond de productie van loodwit plaats. In houten bakken werd lood of tin tot oxideren gebracht, door het materiaal stroken lood of tin in aardewerkpotten boven azijnzuur te hangen. Het geheel werd in de bakken met stro en paardenmest gelegd die warm werd door broei. Langzaam vond dan oxidatie plaats en kon na verloop van tijd het ontstane loodwit als een poeder verzameld worden (lood + azijn > loodwit of loodcarbonaat). Dit loodwit werd met soda in de molen tot poeder vermalen. Hoe dat maalproces verliep is mij niet bekend, vermoedelijk werden er molenstenen gebruikt net zoals bij een verfmolen nu nog in Zaanstad. Ook kon men een hamermechanisme gebruiken zoals bij stampmolens. De molenaars van deze witmolens moesten zich aan levercontracten houden van de plateelbakkers die dikwijls voor een deel eigenaar waren van de molen. In het gemeentelijk archief zijn alle eigendomsrechten uit de geschiedenis van de molens te achterhalen. Wik Hoekstra Klein heeft een uitgebreide reeks boeken geschreven over de historie van de Delftse plateelbakkers. In het stadsarchief zijn de laatste uitgiften nog te krijgen. Over de samenstelling van glazuren voor plateelbakkers uit de middeleeuwen is mij niet zo veel bekend, wel op internet een artikel van Geert Theunissen, dec.2002 geerttheunnissen.nl

In de loop der eeuwen is er natuurlijk heel wat geproduceerd, na een aantal oxidatieprocessen was het stro vergaan en werd het residu met gemorst loodwit als tuinmest aan plaatselijke tuinderijen geleverd en zo liep in de loop der eeuwen het loodgehalte in de bodem in de omgeving van deze molens op. Met de huidige wetgeving op het gebied van zware metalen in de bodem zal een onderzoek eerst moeten uitmaken of de gronden moeten worden gesaneerd. Als dit het geval is wordt zo’n gebied meestal afgegraven en de grond naar een slufter gebracht net als vervuild havenslib.

Waar stonden de witmolens?

Op het kaartje uit ongeveer 1850 (figuur 2) zijn 3 molens aangegeven. Vanuit de Oostpoort liep een water naar Pijnacker, de Kromme Wetering, ook de naam Kromme Heul werd in het verleden gebruikt, nu dus Pijnackersevaart. Ter hoogte van de Delfgauwseweg 62 (figuur 3) stond er een waarvan geen foto’s of tekeningen bekend zijn, alleen de aanwijzing op de kaart van Krukius.

De Pauwmolen had zijn bekendheid te danken aan het feit dat langs deze molen de zuidelijke oprit naar de A13 gelegen was.

De tweede molen op de kaart is de Pauwmolen, in 1907 nog met wieken (figuur 4) en in december 1999 (figuur 5), zonder wieken

Op figuur 6 zijn slopers bezig de bijgebouwen te ruimen, tenslotte is in het voorjaar van 2000 is de molen gesloopt.

Een restant van het asfalt is nu nog zichtbaar, de afslag is tot in 1965 of daaromtrent in gebruik geweest
(figuur 7, foto uit 1934).

De Nederlandse Vereniging tot behoud van Molens heeft nog getracht d.m.v. een handtekeningenactie de molen te behouden, dit is uiteraard niet gelukt omdat het om een omvangrijk terrein ging met grote belangen van diverse partijen.

Auteur: Gerrit Stegehuis
December 2011

Eén reactie

  1. Hallo
    Mijn naam is Marco janszen .Zoon wan Jan janszen
    Was Iegenaar van de pauwmolen
    Zijn Vader Willum janszen had hem overgenomen van zijn Vader
    Drie generators op de molen
    Ondankts de wieken al vroeg
    Er af waren gehaalt
    Was de fabriek nog volop in productie
    Tot 1976
    Wij hebben nog hele lueke fotos wan de pauwmolen
    Als je. Zu wilt zal ik Zu opzoeken

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *